Hypermobiele paarden Deel 1: Ik heb een “hypermobiel” paard. Wat nu?

 

(Dit is deel 1 van de 3-delige serie over Hypermobiele . Lees ook deel 2 en deel 3 voor nog veel meer inzichten en tips)

 

Ik ben niet zo van het stickers op paarden plakken. Stickers zijn al gauw een oordeel. Aan een sticker kleeft een verwachting en niets is zo bepalend voor het succes van je paard als de verwachting die je van hem hebt. 

Liever kijk ik naar wat er echt in het hier en nu voor me (of onder me) staat. Dat is wat het is. En dat neem ik dan als uitgangspunt voor wat ik ga doen in van dat paard. Want wat IS hoeft niet uit te sluiten wat KAN.

Maar eerlijk is eerlijk, nu heb ik toch echt zelf een paard dat duidelijk meer van elastiek is dan alle andere die ik ooit heb gehad. Kubus mag je in vergelijking met Ivo, Matador, Bresila-Jane, Rio en zelfs mijn gummibal Skoki echt wel een wiebelig en overmatig soepel paard noemen. Als iemand van mijn paarden de sticker “hypermobiel” opgeplakt zou mogen krijgen is hij het. 

 

Wat maakt dat ik hem hypermobiel noem?

Hij heeft enorm lange benen waar hij best slordig mee is. Hij maakt grote lange passen die zomaar eens ongelijk qua lengte en richting kunnen zijn als zijn even verandert. Hij zet zijn benen niet naar voren maar slingert ze echt naar voor. Lekker losjes mag je wel zeggen en zo voelt het ook als je erop zit. Zijn ietwat weke kogelgewrichten en losse rug maken dat hij zelfs nog comfortabel zit als hij uit balans loopt. Eerlijk gezegd vind ik die lange losse bewegingen best fijn, maar de keerzijde is dat hij zo los in zijn lichaam is dat dat hem ook wel kwetsbaar maakt. 

De balans is ook een dingetje: hij loopt in een S bocht en is nogal instabiel. Kort samengevat is hij in zijn lichaam rechtsgebogen maar in zijn hals en nek linksgebogen. Als je hem van achter bekijkt in draf loopt hij echt scheef over 3 sporen: zijn linkerachterbeen spoort met het rechtvoorbeen als je er niets aan doet.

Zijn hals kan hij makkelijk helemaal dubbelklappen naar links of rechts en zijn nek knikt gemakkelijk door waardoor hij gemakkelijk achter de loodlijn loopt. Bij spelen met cavaletti, sprongetjes en aanleren van zijwaartse bewegingen van voor- en of achterhand, zoals bijvoorbeeld overschenkelen, merk je dat hij nog niet zo in de gaten heeft wat die lange achterbenen doen en kost de hem nog moeite. 

 

Zijn karakter helpt ook mee :o)

Naast die overdosis lossigheid ben ik eigenlijk voor hem gevallen vanwege zijn karakter en uitstraling. Ik houd wel van extraverte paarden met een mening of eigen idee. Kubus' gezicht is een open boek. Je kan gemakkelijk zien wat er in hem omgaat en daarbij doet zijn lijf ook gelijk met alles mee.  

Is hij echt met me in verbinding, dan doet hij echt moeite en let hij enorm op. Maar vindt hij het moeilijk of heeft hij een ander idee, dan laat hij dat ook snel en soms uitbundig duidelijk weten … of hij geeft gewoon helemaal niet thuis.

 

Consequenties van lichaamsbouw 

Kubus is echt gebouwd als een modern sportpaard: vrij smal, hoog op de benen, soepele grote bewegingen, veel lengte in het lichaam en een opwaarts gerichte hals. Het bindweefsel van dergelijke paarden is veel flexibeler dan van ouderwetser type paarden. Weliswaar is hij dus heel soepel en beweegt hij makkelijk, maar hij mist stabiliteit en kracht en zal dus eerder moeten compenseren. Bij langdurige onbalans of scheefheid kan dit leiden tot verstrakkingen in de fascia en spieren en tot blokkades en scheefheden in bijvoorbeeld wervelkolom en bekken. Met dergelijke flexibiliteit en instabiliteit moeten pezen, banden en gewrichten alles opvangen en deze worden dan gemakkelijk overbelast. Met name blessures aan de tussenpees en checkligamenten komen regelmatig voor, alsmede artrose aan het kogelgewricht.

“De stabiliteit van een gewricht wordt geregeld door ligamenten en spieren. De ligamenten regelen de passieve stabiliteit, dus in rust, en de spieren de actieve stabiliteit, dus in beweging. Bij een hypermobiel paard is die stabiliteit vaak minder. Als de spieren slap zijn en de ligamenten ook, dan wordt de beweging van een gewricht niet op het normale punt gestopt. Het gewricht kan dan verder door bewegen.” 

 

“Ze hebben moeite om hun lijf in balans te laten lopen, ze zakken erg makkelijk met hun gewicht een beetje naar links of naar rechts. Dit vertaalt zich in het over de schouder weglopen, hun onderhals er wat uitduwen en een achterhand die niet in één lijn met de voorhand beweegt. Vaak is er geen sprake van een typische links- of rechtsgebogenheid, deze paarden lijken eerder een soort slang. De schouder naar links, de romp naar rechts en de achterhand weer naar links. Je wordt er als ruiter gek van!”

Aldus osteopaat en chiropractor Marjorie Westerhof in dit artikel

 

Training van mijn hypermobiele Kubus

In het geval van Kubus kan ik dus wel zeggen dat zowel zijn lichaam als zijn gedrag “all over the place” zijn als je één en ander niet een beetje in goede banen leidt. Ik moet dus in de op een paar dingen wel goed letten.

Rekening houden met de zwakste schakel
De toename van conditie en spierkracht moet liefst in evenwicht zijn met de toename balans en stabiliteit. Want als hij heel stoer en sterk wordt zonder die stabiliteit is de kans dat de zwakste schakels in zijn lichaam blessures op gaan open. Ik zorg dus wel dat hij geleidelijk in conditie toeneemt maar geleidelijk is ook goed genoeg. Krachtiger stappen – de “powerwalk” – is één van de dingen die we daarbij meenemen, want krachtige stevige passen maken vraagt iets heel anders van zijn lichaam dan lekker losjes en slap die benen naar voren slingeren. Ook rijden we bij buitenritten regelmatig stukken op de harde weg om het steviger worden van de bindweefselstructuren in zijn benen te stimuleren.

Symmetrie en stabiliteit
De S-bocht moet er zoveel mogelijk uit. Hoe symmetrischer hij beweegt, hoe meer stabiliteit en hoe minder compensatie binnen zijn lichaam. Dat betekent veel aandacht voor het ontwikkelen van de vertikale balans: zorgen dat hij zijn zwaartepunt zoveel mogelijk midden tussen zijn linker en rechter benen houdt. Zodat zijn lichaam beter uitgelijnd wordt, de aan beide zijden gelijk wordt en ik zelf ook in het midden boven zijn wervelkolom zit. 

We hebben inmiddels een goede communicatie ontwikkeld voor het naar links of naar rechts verplaatsen van de voor- en/of achterhand in beweging. Die communicatie – en natuurlijk mijn eigen balans – gebruik ik om hem te helpen vertikale balans te vinden. Nieuwsgierigheid is daarbij allerbelangrijkst, want ik kan zijn balans niet afdwingen. Hij moet op eigen benen in balans lopen, zonder voortdurende begrenzing of ondersteuning door de ruiter. Alleen op die manier worden de mulitifidi, de kleine spiertjes die zijn wervelkolom stabiliseren sterker en zijn “houdinggeheugen” meer bevestigd. Door middel van uitproberen ontdekken we wat succesvolle aanpassingen zijn die ervoor zorgen dat hij symmetrie en balans kan vinden.

Op het matje
Bij het verzorgen en opzadelen maak ik met al mijn paarden er een gewoonte van dat ze stil staan met hun voeten op een mat. In het geval van Kubus vraag ik hem ook om zijn voorvoeten daarbij naast elkaar te zetten, want zijn default stand is schots en scheef. Ook hierbij gaat het om het trainen van de multifidi en tevens van zijn proprioceptie (zijn bewustzijn van de positie van zijn lichaam en benen). Dit gaat nu al steeds makkelijker en hij houdt het ook al langer vol. 

Hoefslag of binnenhoefslag
Zijn default lichaamspositie in beweging is dat hij zijn achterhand naar rechts buigt en leunt op de linkerschouder. Eén van de dingen waar ik om denk is dat we op de rechterhand meestal op de binnenhoefslag rijden zodat we dat niet versterken. Vaak plakken paarden namelijk met de schouder aan de omheining en dat zou zijn onbalans versterken. Op de linkerhand daarentegen is dat juist een voordeel omdat hierdoor zijn voorhand rechter voor de achterhand loopt.

Schouderbinnenwaarts – “the mother of all exercises”
Een specifiekere oefening die ook langzamerhand vruchten af begint te werpen is “the mother of all exercises” – de schouderbinnenwaarts. Ook de iets minder schuine versie – “shoudervoor” heeft steeds vaker als resultaat dat hij daarna nog even echt “door het midden” loopt, heel stabiel en ritmisch.

Kalme en regelmatige
Het is verleidelijk om een paard met zulke enorme gangen ook groot te laten lopen, maar daarbij krijgen de gewrichten, banden en pezen wel veel te verduren. Dus het rijden in een totaal niet spectaculair maar heel regelmatig en kalm arbeidstempo is belangrijk. Daarmee wordt stabiliteit (continuïteit van de balans) ook makkelijker. Veelvuldige overgangen tussen de arbeidsgangen zonder balansverlies werken heel mooi. Ook kaarsrecht halthouden of achterwaarts en weer kaarsrecht vertrekken staan vaak op het menu, net als cavalettiwerk en lage sprongetjes vanuit een regelmatig tempo. 

 

Oefeningen om te vermijden

Er zijn ook een aantal dingen die ik vooralsnog vermijd of slechts weinig doe in de training. 

  • oefeningen zoals slangenvoltes. Daarvoor moeten we eerst veel meer stabiliteit hebben in de vertikale balans linksom, rechtsom en rechtuit. Ik ben met mijn andere paarden juist gewend om veel souplesse oefeningen te doen, met name in de warming up, maar dat is met Kubus nu nog contraproductief.
  • Spectaculaire bewegingen en veelvuldig en lang verruimen vraag ik ook nog niet. Ook hiervoor moet de stabiliteit eerst veel beter zijn anders levert dit veel belasting op voor de kwetsbaardere structuren zoals bijvoorbeeld de tussenpees en checkligamenten.
  • Kleine voltes rijden met een hoog tempo. Ook daar komt de stabiliteit en balans al snel in het geding. In kalm tempo kan het wel maar ook met mate. Simpele lijnen zoals grote voltes, grote acht, gebogen lijn (de “shallow loop”) hebben nu de voorkeur.
  • Dingen eindeloos herhalen! Zoals ik al zei is Kubus extravert en zit hij vol ideeën. Hij is ook snel verveeld, dus ik houd de oefensessies binnen een training heel duidelijk en kort. Als hij eenmaal lekker stabiel loopt en dan echt zijn “groove” vindt is er kans om meer dingen achter elkaar aan te plakken en heb je de rit van je leven!

Een fascinerende reis!

Ja, Kubus is dus wel hypermobiel te noemen in zijn lichaam en extravert en eigenzinnig van karakter, maar wat een mogelijkheden zijn er om samen verder te ontwikkelen! Wat een mooie kans geeft hij mij om weer heel andere keuzes te maken in de training dan met de andere paarden.
Nee, ik zie het dus niet als een sticker met negatief oordeel! Hij is wat hij is en wie hij is en hij barst van de mogelijkheden! 

 

Delen? Doen! Dankjewel!

Ik ben iedereen die een bijdrage heeft geleverd ontzettend dankbaar! Ik heb er zelf veel van geleerd en met mij vele anderen! Samen kunnen we veel van onze paarden sterker, gezonder en blijer maken en dat is waar het uiteindelijk om gaat!

Wil je deze serie delen? Zeker doen!
Hier zijn de links van alle drie delen:
Deel 1: Ik heb een “hypermobiel” paard. Wat nu?
Deel 2: Anatomie en biomechanica van hypermobiele paarden
Deel 3: Duurzaam en gezond trainen van je hypermobiele paard

Vermeld a.u.b. deze bron erbij: Liesbeth Jorna – Sport & Horsemanship United – www.sporthorsemanshipunited.nl

 

Vraag het gratis Ebook “Dressuur Meets Welzijn” aan! 

In het Ebook “Dressuur Meets Welzijn” neem ik je mee door een aantal belangrijke elementen van gezonde en effectie training. 

KLIK HIER OM HET EBOOK NU AAN TE VRAGEN!